De geschiedenis over de " bloemenkabouter "
Sinds 1989 hebben Koen en Magda de ouderlijke bloemisterij te Lochristi over genomen. Koen was de zoon des huizes, en Magda haar vader werkte van jongs af aan al in verschillende bloemisterijen, waardoor ze wist wat het was om op een bloemisterij te werken. Wat eigenlijk wil zeggen dat we geen nine-to-five-job hebben.
Maar zo begon het :
Als klein manneken :
Ik, Koen, ben geboren op de bloemisterij waar we nog steeds wonen, en met plezier, gewoon op den buiten. Iedereen kent hier ( bijna ) iedereen. We geven elkaar een " goeden dag " en indien nodig wordt er geholpen. Al vanaf ik een " klein manneke " was, eigenlijk ben ik nu nog niet groot, mocht ik steeds helpen op de bloemisterij. Voor mij was dat toen niet altijd even plezant, maar in de jaren 70 was dat zeer normaal in de bloemisterijwereld.
Ik mocht bij alles helpen :
Ik was de jongste van 5 kinderen, en die oudere broers en zussen hielpen ook in de bloemisterij, dus waarom zou dat dan anders geweest zijn voor mij. Veel automatisatie was er toen niet echt, dus handjes uit de mouwen en helpen met :
- wegels uit vegen
- onkruid trekken
- darm helpen aangeven tijdens het gieten
- planten naar het pad dragen, als er moest geleverd worden
- rieten matten helpen op en af de perken doen ( tegen de vorst )
- serres verven tijdens de zomer
- stekgrond helpen mengen
- scheutjes helpen snijden voordat ze werden gestekt
- ..........
En, was het te druk dat ons moeder geen tijd zou hebben gehad om eten klaar te maken, dan mocht " den kleinen " dat ook doen. Ik deed dat ook graag, en ik wil niet stoefen, maar het was steeds aanvaardbaar, allé dat vond ik toch.
Niet altijd rozengeur en maneschijn :
Ergens begin de jaren tachtig gingen de azalea's niet echt de deur uit door het slechte winterweer. Ons vader Willy luisterde toen altijd naar het weerbericht op de Nederlandse radio, volgens hem was dat toen juister dan het Belgische, en hij hoorde dat in Nederland de straathandel stil viel. Toen dacht hij, als dat vermeld wordt op de radio, dan zal daar toch wel wat activiteit in bestaan. Dus, moeder Marie mocht aan het werk om uit te zoeken wat daar allemaal voor nodig was, en dat was toen eigenlijk simpel, een leurkaart aanvragen op het gemeentehuis en een ontvangstenboek bij houden, en klaar was kees.
De baan op :
Wat azalea's in de koffer van de auto gestoken, gewacht tot de temperatuur boven nul was, en dan " de baan op " richting Gent, Mariakerke, Wondelgem ...niet te ver weg van Lochristi. Gewoon leurhandel van deur naar deur de mensen vragen of ze interesse hadden in een bloem. In het begin was dat niet vanzelfsprekend voor de bewoners dat er daar iemand een azalea kwam presenteren. Dat de melkboer en groenteboer aan de deur kwam was geen uitzondering, maar " de bloemenboer "dat hadden ze nog niet echt meegemaakt. Maar, zoals bij alles dat je wil opstarten, moet je toch een beetje volharden, en 2 maand later gingen we naar dezelfde straten terug, omdat na een 6 à 7-tal weken de azalea was uitgebloeid, hadden de mensen misschien terug interesse in een azalea, al dan niet een ander kleur? En ja, zo ontstond er een band met de klanten. Die gewone auto werd vervangen door een kleine camionette ( Fiat Fiorino in die tijd ).
Vlaanderen rond :
In die Fiorino konden we al wat meer azalea's mee nemen, ondertussen werd het lente, dus lagere dagen en betere temperaturen, dus we konden al wat verder rijden. Zo reden we richting Oudenaarde, Antwerpen, Aalst, .....enz. Het vertrouwen kwam bij de mensen, en begonnen ons ook naar bloemen te vragen om in de tuin te planten .... dus, die Fiorino werd te klein, en er kwam een ( blauwe ) Fiat 238E met een verhoogd wit dak. Sommige van jullie, dat ouder zijn dan 50 jaar, zullen die " blauwe camionette met de witte badkuip ", zich misschien nog herinneren. Wel, daar zat ik toen als jonge gast ook in, maar het was voornamelijk mijn broer die toen de baan deed. Bij mij was het enkel de zaterdag en in de vakanties, ik moest in de week naar school, Technisch Instituut Glorieux, te Oostakker Lourdes.
Na de schooltijd :
Afgestuurd, maar om thuis mee te helpen was de bloemisterij toch te klein om er een volwaardig loon uit te kunnen halen. Ons vader was juist gestorven op 49-jarige leeftijd, dus onze wereld stortte helemaal in. Mijn 2 oudere broers waren actief op de bloemisterij, de ene vooral met de teelt van de azalea's, de andere met de verkoop " op de baan " Ik ben toen gaan werken bij Vynckier te Gent, in de onderhoud van de machines. Ik had op school een technische opleiding gevolgd, dus ik zat daar op mijn plaats. De zaterdag was het steeds mee te gaan met mijn broer op de baan, om bloemen te verkopen. Ik deed dat wel graag, steeds buiten en steeds andere mensen tegen komen. Een woordje uitleg geven over de bloemen, en hup terug op weg naar de volgende huis, in de hoop van opnieuw te verkopen. Dat lukte uiteraard niet steeds. Ondertussen trouwden mijn broers, en kon ik ook thuis blijven werken in de bloemisterij. Ik wou eigenlijk ook wel op de baan gaan, maar dat was iets te moeilijk om te combineren met het kweken zelf. Ons moeder kon op de bloemisterij toch niet alles alleen doen, dus ik besloot om zelf niet meer op de baan te gaan. Samen met ons moeder heb ik toen de bloemisterij enkele jaren gerund, tot ik mijn huidig vrouwke Magda tegen kwam, en enkele jaren later beslisten we om de bloemisterij over te nemen.
Onze bloemisterij :
In het begin deden we de teelt zoals ons moeder dat deed, enten of griffelen, de traditie om de grote en mooie azalea's te kunnen realiseren. Toen, begin de jaren 1990, werden de azalea's reeds in stenen pot geteeld, en de leveringen naar de groothandel gebeurde nog in plastieken ruilbakjes. Dat was veel verloren arbeid, en de handel begon op " Deense karren " te werken. Een systeem dat ervoor zorgt dat enkel de kar moest geruild worden en niet meer de bakjes, vergelijkbaar met het ruilen van de " Euro pallet " bij de industrie. De algemene sierteelt veranderde toen ook naar meer automatisatie, de " just-in-time " leveringen, en we deden de nodige aanpassingen om ook aan die eisen te voldoen. Andere aanhangwagen om die " Deense karren " te kunnen vervoeren, extra serres bouwen om de azalea's zelf binnen te kunnen zetten tijdens de winter, een teeltbegeleider onder de arm genomen, kortom alles om de groothandel te kunnen beleveren met perfecte kwaliteit.
Enkele aanpassingen :
De groothandel eist steeds betere kwaliteit en snellere service, dus wij volgden deze eisen op door nog maar eens extra serres te zetten, een koelruimte te bouwen en nieuwe machines aan te schaffen dat automatisch de bloemen door de serre lieten lopen. Met het oog op de toekomst de buitenvelden voorzien van een rioleringssysteem om al het water op te vangen en te hergebruiken, nadat het gefilterd en ontsmet wordt door middel van een langzame zandfilter, dat op een biologische wijze de " slechte " schimmels voldoende doodt, om de planten niet te infecteren.
Ontstaan van ons " logo " :
Ik krijg regelmatig de vraag " hoe komen jullie nu eigenlijk aan die kabouter als logo?". Meestal zeg ik dan dat het een foto is, wanneer ik net uit bed kom ( grapje natuurlijk ). Daar is eigenlijk een lang verhaal aan verbonden, nog van in de tijd dat we startten met die leurhandel midden de jaren 80. Ik heb eerder reeds vermeld dat we met een Fiat 238E reden. Dat was niet het beste voertuig dat we ooit op den hof hebben gehad, en dat is echt nog beleefd uit gedrukt. Die camionette was nog geen 4 jaar oud en er waren opnieuw kosten aan, en het was ons moeder toen echt kots beu, dat ze besloot om onmiddellijk een ander camionette te kopen. Zo gezegd, zo gedaan, een week later stond er een nieuw camionette op den hof. Je kan het al raden zeker, toen op 1 week een andere auto, dat was dus enen dat nog op stock stond, en dus vermoedelijk ene dat niemand anders moest hebben. Resultaat, een Volkswagen Transporter met een volledig gesloten laadruimte. Dus, zelfs niet om vanuit de cabine naar achteren te kunnen kijken want, er zat zelfs geen achterruit in. In de plaats van die achterruit zat een witte metalen plaat, en dat vonden we niet echt mooi, om maar te zeggen, " da was lelijk ". Maar we zochten een oplossing om dat op te vrolijken. In die tijd zag je dikwijls sportwagens rijden met op de motorkap een arend met open vleugels geplakt, wel zo'n arend hebben we toen op die achterklep geplakt. Maar toen we trouwden, en ons eerste kind kwam, vond ik dat we beter op die achterklep iets konden zetten dat wat reclame voor onze bloemisterij kon zijn. En dan maar eens toekomstgericht nadenken, een logo dat onpartijdig en de tijd zou moeten kunnen doorstaan.
Waaroom een kabouter met bloem als logo?:
Onpartijdig figuurtje:
Het kabouterke kan zowel een man als een vouw zijn, het is geen geregistreerd figuurtje uit een of andere tekenfilm, en het spreekt jong en oud wel aan. De bloempot in zijn handen is in evenredigheid veel te groot, zodat de bloemen zeker de eerste aandacht trekken en de link onmiddellijk kan gelegd worden naar de bloemen.
Onpartijdige bloem in de hand:
Doelbewust hebben we geen directe link gelegd naar de azalea's, omdat we 30 jaar geleden niet konden weten wat we den dag van vandaag nog zouden kweken. Niettegenstaande ik in principe overtuigd ben om altijd azalea's te kweken, kan de toekomst daar misschien wel anders over beslissen, en dan kan ons " kabouterlogo " nog steeds van dienst zijn voor eventuele andere bloemen of planten.